Het Boekenweekessay van Paulien Cornelisse: "'Hè' gebruiken we om te checken of iemand mee is met ons verhaal"
Het Nederlands gaat om vibes
De kunstenares van het Nederlandse woord, Paulien Cornelisse, schreef het Boekenweekessay van dit jaar, met de titel 'hèhè'. Over woorden die onze taal kleur geven. In de uitzending noemt ze er al een paar. Hieronder nog een aantal voorbeelden:
“Het Nederlands gaat om vibes,” schrijft Paulien. Ze gaf Nederlandse les aan studenten in het Engelse Sheffield. Veel woorden, kwam ze achter, gebruiken we om de sfeer van een zin te veranderen. En voor mensen die Nederlands leren als tweede taal zijn dit lastige woorden, omdat ze strikt genomen niet nodig zijn.
Pauliens collega Duits, gek genoeg een Nederlander, vertelde haar dat zulke woorden ‘modale partikels’ worden genoemd. Ze schrijft:
---
“Als je ze letterlijk gebruikt, zijn ze geen modaal partikel. Maar in sommige situaties duiken ze ineens een struik in, komen er even later met een cape en een masker weer uit, en dan herkent niemand ze meer! Ze zijn niet meer hun letterlijke zelf, ze zijn een modaal partikel geworden.”
---
Een voorbeeld van zo’n woord is ‘soms’. Als je het letterlijk gebruikt, betekent het ‘af en toe’. Maar in de zin ‘Leuke badhanddoek! Ga je soms naar het zwembad?’, doet die ‘soms’ iets heel anders. De vraag wordt iets minder direct.
Voor studenten Nederlands voor wie het niet hun moedertaal is, is het handig om dit soort woorden te leren, vindt Paulien. “Als je weet dat ‘geef maar even hier’ aardiger klinkt dan ‘geef hier’, en je past die kennis toe, dan klink je zowel aardiger als Nederlandser.”
Nou
In de Nederlandse taal hebben we een heel arsenaal aan ‘nou’-varianten. Daarom houdt Paulien het bij haar Sheffieldse studenten bij de belangrijkste versies.
‘Nou’ gebruiken om op een aardige manier te laten weten dat je het oneens bent met iemand.
---
‘Nou, oom Tjeerd, het is anders ook best fijn dat we niet meer zo vastzitten in hokjes!’
---
Als dit iets te direct is, kan je ‘nou’ ook op een weifelende manier inzetten: ‘Nou… daar heb ik geloof ik niet zo’n mening over.’
Ook kan ‘nou’ een soort grenspaal worden tussen het ene en het andere onderwerp in een gesprek, of om iemands eindeloos lange verhaal af te kappen en iemand to the point te brengen.
Tot slot vertelt Paulien over de door haar genoemde ‘verbazings-’nou’’. Zoals in de zin: ‘Wie studeert er nou Nederlands?’ Het gebruik van ‘nou’ maakt de vraag retorisch, want er wordt geen antwoord verwacht.
Eerlijk gezegd
Om het gebruik van ‘nou’ kracht bij te zetten, gebruiken we ‘eerlijk gezegd’. “Het handige aan ‘eerlijk gezegd'", vertelt Paulien, “is dat je ermee duidelijk maakt dat je zelf ook wel weet dat jouw eerlijkheid de gezelligheid niet ten goede komt.”
‘En? Vond je het een mooie voorstelling?’
‘Het duurde me eerlijk gezegd een beetje te lang.’
Door ‘eerlijk gezegd’ toe te voegen, klinkt de zin aardiger dan ‘Het duurde me te lang.’
Een variatie op ‘eerlijk gezegd’ is ‘en nu ben ik even heel eerlijk’.
‘We hebben heerlijk gegeten bij Margreet, maar - en nu ben ik even heel eerlijk - het is wel vervelend dat haar hele huis zo naar hond ruikt.’
Er is ook een positieve variant van ‘wat ik wél vond’, namelijk ‘ik moet zeggen’.
‘Ik had van tevoren gedacht dat Karst in zijn voorstelling weer alleen over zichzelf zou gaan praten, maar ik moet zeggen: het viel me reuze mee!’
Paulien schrijft: ‘Nederlanders moeten dus eerlijk zijn, én ze moeten het gezellig houden.’ Haar essay ligt nu in de winkels.